Van de meer dan een miljoen thuiswonende senioren in Nederland ontvangt een deel niet de juiste zorg. In veel gevallen komen zij in de knel omdat ze net niet voldoen aan de eisen voor passende zorg. Dit is te lezen in een uitgebreid rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Waarom ontvangen thuiswonende ouderen ontvangen te weinig zorg?
Zelfstandig wonen
We moeten met z’n alle zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Niet alleen is die vrijheid natuurlijk fijn, ook is het broodnodig gezien de problemen in de zorg. Toch is dit niet realistisch als ouderen niet voorzien worden van passende zorg. De eisen zijn relatief hoog, maar ook weten veel ouderen niet waar ze terecht kunnen.
“Het zorgstelser voor ouderen is zo ingewikkeld dat het moeilijk is om een volledig overzicht te krijgen van de verschillende zorgdomeinen en welke geldpotjes er allemaal zijn”, aldus Inger Plaisier van het SCP.
Plaisier: “In 2015 zijn er namelijk meer regels ingevoerd om de zorg beter passend te maken, maar in de paktijk is dit ingewikkelder geworden. Er zijn veel procedures en papierwerk bijgekomen. Bij de uitvoering van zorg zijn zo veel instanties betrokken, dat de zorgprofessionals vaak zelf ook niet weten hoe het precies zit, wat er mogelijk is en waar ze kunnen aankloppen. Mensen weten elkaar niet te vinden.”
Ontbreken van passende zorg
In het rapport valt ook te lezen dat het vaak ontbreekt aan middelen en personeel om passende zorg aan te bieden. Volgens het SCP werken veel zorginstellingen vanuit een rigide opvatting en hebben de professionals dan ook vaak niet de juiste de deskundigheid voor specifieke problemen van ouderen.
Nog geen oplossing in zicht
Oplossingen heeft het SCP nog niet. Volgens het onderzoek wordt er nu gekeken naar een manier om vooral lokaal te kijken hoe ouderen het best kunnen worden bijgestaan. Dit onderzoek loopt nog momenteel. Thuiswonende ouderen ontvangen te weinig zorg en daar moet wat tegen gedaan worden.
Dit artikel is gebaseerd op een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Onze bron voor het artikel is de NOS.